Het belang van echte prijzen (pdf)

Geert Woltjer, 17-3-2022

We moeten onze afhankelijkheid van Russisch aardgas verminderen. We moeten de klimaatdoelstellingen halen. We moeten de stikstofcrisis oplossen. We moeten problemen van droogte en overmatige regenval oplossen. We moeten ontbossing afremmen. We moeten de hoeveelheid fijnstof in de lucht verminderen om onze gezondheid te verbeteren. En nog veel meer. Het gevaar is dat bij het oplossen van het ene probleem, het andere probleem vergroot wordt. Maar soms wordt met de oplossing van het ene probleem ook het andere probleem gedeeltelijk opgelost. Zo zijn elektrische auto’s zijn zowel goed voor het klimaat als voor het verminderen van fijnstof in de lucht. Het halen van al deze doelen gezamenlijk vergt zeer complexe coördinatie en beslissingen van heel veel mensen, bedrijven en instanties bepalen in hoeverre deze doelen worden gehaald.

Coördinatie door prijzen op markten

In de huidige samenleving worden heel veel beslissingen gecoördineerd door prijsvorming op markten, gebaseerd op concurrentie. Consumenten baseren hun aankoopbeslissingen op basis van de prijzen en de kwaliteit van producten. Prijzen maken verschillende soorten kosten vergelijkbaar. Prijzen zijn de optelling van heel veel verschillende soorten kosten. Zo zitten in de prijs van een kilogram rundergehakt de kosten van de gebruikte grond, de arbeidskosten van de boer, de kosten van kunstmestproductie, de kosten van het produceren van de soja in Zuid Amerika, het vervoer van de soja van Zuid Amerika naar Europa, het vervoer binnen Europa, en nog veel meer. Voor elk onderdeel van die kosten is er iemand geweest die heeft onderzocht wat de voordeligste of beste manier is om het voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk beslist de consument op basis van prijs en kwaliteit of en hoeveel producten hij koopt en ook van welke leveranciers hij die producten koopt. De aanbieders die de beste kwaliteit tegen de laagste prijs leveren kunnen hun producten verkopen en daarmee overleven.

Achter elk onderdeel van de kosten zitten afwegingen van degenen die beslissingen daarover nemen. Op het hoogste niveau weegt de consument af of hij met zijn geld beter dit product of een ander product kan kopen, of misschien beter minder kan gaan werken of sparen. Op een niveau lager weegt de producent af welke leveranciers hij kiest, en hoe hij het product maakt. Weer een niveau dieper zijn het de beslissingen van de leveranciers waar ze hun producten inkopen of hoe ze hun producten maken. En uiteindelijk zijn het degenen die de productiemiddelen bezitten. De grondeigenaar beslist aan wie hij zijn grond verpacht of welke producten hij op welke manier op zijn grond gaat produceren. Werknemers die worden ingehuurd wegen de beloning en arbeidscondities af tegen die bij andere werkgevers of tegen de vrije tijd die ze kunnen hebben. De kapitaalverschaffers hebben ervoor gekozen om hun geld in dit bedrijf te steken en niet in een ander bedrijf met misschien een ander rendement, andere risico’s en misschien een andere manier van ondernemen. Achter elke kostenpost zitten dus aanbieders die verschillende alternatieven tegen elkaar afwegen en daar telkens de beste uit kiezen. In de prijs van een product zitten dus vergoedingen voor iedereen die aan het eindproduct bijdraagt. Deze vergoedingen zijn op zijn minst even hoog als het beste alternatief.

En wat als iemand ongewild schade ondervindt bij de productie van het product? Dan bestaat er nog zoiets als aansprakelijkheidsrecht, die bij schade de mogelijkheid geeft om schadevergoeding te eisen. Bovendien veronderstelt het mechanisme dat er een minimum aan bescherming van zwakken in de samenleving geregeld is. Een markteconomie bestaat dus niet zonder een goed georganiseerd rechtsstelsel. Zo’n markteconomie kan in het ideale geval veel beslissingen op een efficiënte manier coördineren, omdat degenen die het beste weten wat de alternatieven zijn en hoe die gewaardeerd moeten worden, ook de keuzes bepalen.

Kosten zonder vergoeding

Hoewel het marktmechanisme redelijk functioneert voor kosten van bijvoorbeeld arbeid, kapitaal, grond, en grondstoffen die voldoende voorradig zijn, zijn er meer en meer kosten ontstaan waarvoor geen prijs betaald wordt. Voorbeelden hiervan zijn effecten op het klimaat, gezondheidsschade door vervuiling, waterschaarste door watergebruik, of het ontnemen van bestaansmogelijkheden bij de plaatselijke bevolking in bijvoorbeeld Afrikaanse en Zuid Amerikaanse landen. Deze kosten worden niet betaald door degene die het product koopt, maar zijn er wel degelijk. Het worden daarom externe kosten genoemd.

Externe kosten zijn effecten van productie of consumptie van goederen en diensten die niet in de prijzen van die goederen en diensten tot uitdrukking komen (OECD 2018). Als een boer goedkoper producten kan aanbieden door de biodiversiteit aan te tasten en niet voor die aantasting van die biodiversiteit hoeft te betalen, kan de boer zijn product aanbieden tegen een prijs waarin de kosten van biodiversiteitsaantasting niet zijn verwerkt. Dit leidt ertoe dat de consument denkt dat het product goedkoper is dan het is, en ook goedkoper dan een vergelijkbaar product waar bij de productie wel met de biodiversiteit rekening is gehouden.

Aangezien onze samenleving voor een groot deel gebaseerd is op coördinatie via marktprijzen, is het een probleem als sommige kosten geen prijs hebben. In zo’n geval kan een producent een product goedkoop aanbieden doordat een deel van de kosten op anderen wordt afgeschoven. Om dat te voorkomen spelen eigendomsrechten een belangrijke rol. Eigendomsrechten zijn rechten die aangeven wat iemand wel en niet mag doen, en dat als iemand schade leidt deze daarvoor gecompenseerd moet worden (aansprakelijkheidsrecht). Een marktsysteem werkt dus niet zonder dat er een systeem, vaak een overheid, is dat ervoor zorgt dat de rechten worden vastgelegd en gehandhaafd.

Voor sommige belangrijke kosten is het moeilijk om aansprakelijkheid of een markt te organiseren. Er zijn heel veel mensen die last hebben van de klimaatverandering die door de uitstoot van broeikasgassen ontstaat. Bovendien wordt het grootste deel van de schade van de klimaatverandering gedragen door toekomstige generaties, die er nog niet zijn om schadevergoeding te eisen. En aan de andere kant wordt klimaatverandering veroorzaakt door de activiteiten van iedereen in de wereld, zodat het niet mogelijk is om individuen of bedrijven individueel aansprakelijk te stellen. Doordat het in de praktijk onmogelijk is om schadevergoedingen te claimen, ontstaat er geen prijs voor broeikasgassen die de klimaatverandering veroorzaken. En omdat er geen prijs betaald hoeft te worden, wordt er te weinig rekening gehouden met de effecten van productie en consumptie op klimaatverandering. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor biodiversiteit, maar ook voor het veroorzaken van armoede in landen met een onderontwikkeld rechtssysteem.

Op het moment dat er voor belangrijke kosten geen prijs betaald hoeft te worden, gaat men makkelijk besparen op kosten die wel in prijzen zichtbaar worden zonder rekening te houden met de externe kosten die daardoor worden veroorzaakt. Deze kosten worden dus ten onrechte niet of onvoldoende bij besluitvorming in markten betrokken. Als de concurrentie maar hard genoeg is, is het zelfs voor goedwillende bedrijven heel moeilijk om deze problemen wel bij de besluitvorming te betrekken. Immers, als de kosten vanuit het perspectief van wel betaalde kosten hoger zijn wanneer achteruitgang in klimaat, gezondheid of biodiversiteit wordt beperkt, moeten bedrijven die deze externe kosten proberen te voorkomen hogere prijzen vragen. Daarmee verliezen ze van hun concurrenten, ook al zijn sommige consumenten bereid een hogere prijs voor duurzamere producten te betalen.

Hoe hoger de concurrentiedruk is voor bedrijven, hoe minder vrijheid bedrijven hebben om waarden zonder prijs bij hun besluitvorming te betrekken. We hebben sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw in Europa een toename van concurrentie tussen bedrijven gezien. Beursgenoteerde ondernemingen hebben steeds minder vrijheid om een eigen beleid te voeren als dit niet tot een hoge aandeelhouderswaarde leidt. Het is daarom van groot belang dat kosten klimaat, biodiversiteit en armoede die nu geen prijs krijgen, toch een prijs gaan krijgen.

Soms ontstaat een prijs doordat via het rechtssysteem degenen die schade leiden de veroorzakers aansprakelijk kunnen stellen. Dat lukt echter alleen als er niet te veel veroorzakers van de schade zijn en de schade niet te veel verspreid is over veel betrokkenen. En als de oorzakelijke relatie tussen de activiteiten en de schade eenduidig aangetoond kan worden. Als dit niet het geval is, werkt het mechanisme van het schaderecht niet goed. Economen zeggen dan dat de transactiekosten te hoog zijn.

Rol van de overheid

Een markteconomie functioneert nooit perfect. Er zijn altijd wel kosten die niet in de prijs terecht komen, omdat de schade die ontstaat relatief klein is en het niet de moeite waard is om daar systemen van schadevergoeding voor op te zetten. Maar de schade bij de nieuwe kosten zijn wel groot en worden door toenemende welvaart steeds groter. Dit betekent dat er een taak voor de overheid ligt om de samenleving anders te organiseren, zodat de waarden wel bij de besluitvorming betrokken gaan worden. Voor klimaatverandering zou het beste een prijs per eenheid broeikasgassen als belasting gevraagd kunnen worden. In Nederland kunnen de belastingen op elektriciteit en gas voor consumenten en kleine bedrijven, alsmede accijnzen op benzine en diesel als belastingen vanwege klimaat gezien worden. Maar omdat grote bedrijven deze belastingen niet hoeven te betalen, en internationaal vervoer per schip en vliegtuig ook vrijgesteld is van deze belastingen, rekent iedereen met andere kosten. Dat is heel erg inefficiënt. Het marktsysteem is er immers op gebaseerd dat iedereen die beslissingen neemt min of meer dezelfde prijzen hanteert voor vergelijkbare kosten. Omdat klimaat een probleem op wereldniveau is, zou iedereen dezelfde prijs moeten hanteren. Bij gebrek aan de mogelijkheid om dit internationaal te organiseren, zijn er systemen van verhandelbare rechten tot het uitstoten van broeikasgassen (emissierechten) opgezet. Deze markten werken echter onvolkomen, bijvoorbeeld doordat alleen de grote bedrijven erbij betrokken worden of omdat er allerlei ontsnappingsclausules worden ingebouwd. Er moeten dus nog grote stappen worden gezet.

Het belang van echte prijzen

Als er een prijs betaald zou moeten worden voor uitstoot van broeikasgassen, maar de andere grote waarden zoals biodiversiteit, gezondheid en ongelijkheid, zonder prijs zouden blijven, is het coördinatieprobleem nog steeds niet opgelost. Dan gaat men zoeken naar mogelijkheden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, ook als dit bijvoorbeeld ten koste gaat van biodiversiteit. Voor goede besluitvorming in een marktsysteem is het belangrijk dat alle grote kostenposten worden meegenomen. Het doel van het berekenen van een echte prijs van producten is om alle belangrijke kosten zonder prijs toch zichtbaar te maken.

Aangezien de overheid onvoldoende heeft geregeld voor het beprijzen van alle belangrijke waarden, zijn er veel initiatieven om ter informatie de externe kosten zichtbaar te maken. Zo laat een supermarkt in Duitsland naast de winkelprijs ook een echte prijs op het prijskaartje zien, en geeft een winkel in Amsterdam zelfs de mogelijkheid om de echte prijs te betalen. Soms kan bewustzijn van die externe kosten er al toe leiden dat sommige consumenten andere producten gaan kopen. En sommige bedrijven gebruiken de informatie over echte prijzen van hun producten om te zoeken naar mogelijkheden om externe kosten te verminderen, vooral als dat niet teveel kost. Dat is in ieder geval een begin. Maar de echte integrale aanpak van de problemen gaat pas plaatsvinden als degenen die de externe kosten veroorzaken er ook voor moeten gaan betalen. Dat vergt actie van overheden. Via regelgeving, via belastingen en eventueel subsidies.

Conclusie

Samenvattend zijn echte prijzen belangrijk op het moment dat er belangrijke waarden worden aangetast waarvoor geen prijs wordt gerekend. Het berekenen van die zogenaamde externe kosten kan daarbij een belangrijk startpunt zijn. De externe kosten zijn de kosten die niet in de marktprijs verwerkt zijn. Als je deze kosten optelt bij de kosten die al in de marktprijs verwerkt zijn, krijg je de prijs waar alle kosten in verwerkt zijn, de echte prijs. Deze prijs geeft informatie over alle kosten die door het kopen van het product worden veroorzaakt. Maar informatie is niet voldoende om mensen tot ander gedrag te bewegen: alleen als die kosten echt betaald moeten worden, hebben mensen een prikkel om daar bij hun besluitvorming rekening mee te houden. Dit betekent dat er een belangrijke rol voor overheden en intergouvernementele organisaties is.

Literatuur

OECD (2018) Cost-Benefit Analysis and the Environment, OECD Publishing, https://doi.org/10.1787/9789264085169-en