Prijsknallers en verwerking van gedragen textiel: wie is waar voor verantwoordelijk? (pdf)

Geert Woltjer, 25-2-2022, update 1-3-2022

 

Twee weken geleden was de eerste aflevering van De prijsknaller te zien op NPO 3 (https://www.npo3.nl/de-prijsknaller/KN_1726380). Deze aflevering gaat niet over verborgen kosten achter de productie van kleding, maar over kleding als wegwerpproduct. Dit heeft te maken met de lage kwaliteit en prijs van die kleding. Het accent ligt op de manier waarop de kleding zogenaamd wordt gerecycled, waarbij veel textiel uiteindelijk in Afrika terecht komt en daar voor een groot deel als afval gaat rondzwerven. Dit laatste wordt met name de grote kledingbedrijven aangewreven. Het is de vraag of dat terecht is.

De eerste probleem is dat kleding heel goedkoop is. Hierdoor is het makkelijk af te danken voordat het versleten is, gewoon omdat je iets anders wilt. Het tweede is dat het product vaak een lage kwaliteit heeft, waardoor het er na een paar keer dragen al niet goed meer uitziet en wordt weggegooid. Het vele kopen van slechte textiel ligt overigens net zo hard bij de consumenten als bij de aanbieders van deze producten.

Dan komt het punt van wat er met het afgedankte textiel wordt gedaan. Allereerst staan er overal containers waar je textiel kunt wegbrengen. Tegenwoordig wordt vaak expliciet gezegd dat ook niet bruikbare textiel in de containers kan. De meesten die in deze containers iets gooien, denken dat ze hier goed aan doen en verwachten dat het op een zinvolle manier hergebruikt en gerecycled wordt. Het programma suggereert echter dat dit een illusie is. Zo zien we hoe onder andere bij het Leger des Heils deze kleding wordt uitgezocht op bruikbaarheid, waarna de in Nederland onbruikbare kleding in balen wordt doorverkocht naar Polen. Die halen de voor hen bruikbare kleding eruit, en de rest gaat onder andere naar Ghana, waar marktkooplieden het (ongezien) in balen opkopen. Deze sorteren de kleding, en kunnen alleen het kleine gedeelte bruikbare kleding verkopen. De onbruikbare kleding gaat vaak als afval rondzwerven. De bruikbaarheid van de naar Ghana geëxporteerde afvalkleding is in de loop van de tijd afgenomen door de toename van gebruik van kunstvezels die in Afrika niet prettig draagbaar zijn en de daling van de kwaliteit van de textiel.

Voor alle schakels in deze afvalketen is de afgedankte kleding een verdienmodel. Wie is er echter verantwoordelijk voor de schade die in die keten optreedt? Allereerst natuurlijk de misleiding van de burger door de suggestie dat afgedankte kleding die naar containers wordt gebracht, goed gebruikt wordt. De uitzending van De Prijsknaller suggereert dat het niet waar is dat ook niet-draagbare kleding een nieuw leven krijgt in isolatiemateriaal en stoelen (Avalex, 2022). De tweede verantwoordelijkheid ligt bij degenen die de afgedankte kleding sorteren. Organisaties zoals het Leger des Heils lijken er vooral op gericht om met de afgedankte kleding hun activiteiten te financieren, en zijn zich er onvoldoende van bewust wat er met de verkochte reststromen gebeurt. Ze zouden bijvoorbeeld bij het sorteren alleen echt bruikbare kleding in de balen restkleding kunnen verwerken en de rest naar de gewone afvalverwerking brengen. Dat zou al veel ellende in Afrika voorkomen. Dat is dus een tweede partij die mede verantwoordelijk is. Aan de andere kant, is het waarschijnlijk voor hen lastig te beoordelen wat men in Afrika kan gebruiken; vaak is men daar creatiever dan we ons hier voor kunnen stellen. Vervolgens gaat de textiel naar Polen, die ook een verantwoordelijkheid hebben om niet alles naar Afrika te sturen, met echter dezelfde problematiek als voor het Leger des Heils. Tot slot zijn natuurlijk Afrikaanse landen verantwoordelijk voor het afhandelen van hun afval, en het al dan niet accepteren van dit soort reststromen. Omdat een land als Ghana de verwerking van afval niet voldoende kan regelen, komt toch de verantwoordelijkheid ook verder terug in de afvalketen te liggen.

Hoewel de lage prijs en lage kwaliteit van sommige kleding leidt tot verspilling en extra afval, is dat niet de belangrijkste reden waarom de prijs van de prijsknallers te laag is. Dat is omdat degenen die de kosten veroorzaken bij de productie en het vervoer van de producten er niet of slechts gedeeltelijk voor hoeven te betalen. Het gaat daarbij niet alleen om milieukosten, zoals gebruik van schaars water, effecten op het klimaat, grondgebruik, biodiversiteit en vervuiling, maar ook om sociale kosten, zoals gezondheids- en veiligheidsrisico’s door het gebruik van giftige stoffen of onveilige werkomgevingen, en min of meer gedwongen arbeid of kinderarbeid. Het Impact Institute (2019) schat dat een gemiddelde spijkerbroek 30 euro meer kosten veroorzaakt dan de prijs van die broek. Als je bedenkt dat sommige spijkerbroeken voor 10 euro worden verkocht, betalen consumenten daarvoor dus slechts een kwart van de echte kosten. Aan de andere kant kunnen er flinke verschillen zijn in die externe kosten van textiel. En die zijn niet direct gerelateerd aan de prijs van de producten. Het zou goed zijn als de consument weet wat die externe kosten zijn, waardoor beter geïnformeerde beslissingen zouden kunnen worden genomen. Ook de relatie tussen prijs en kwaliteit is niet eenduidig, en het vergt voor de consument inzicht en zoekwerk om uit te vinden welke kleding kwalitatief goed is. Door betere informatie bij producten kan de consument betere keuzes maken.

Opnieuw kan weer de vraag gesteld worden wie verantwoordelijk is voor die grote externe kosten. Primair de producenten, zou je kunnen zeggen. Maar die producenten moeten hun producten ook verkopen. Dat is lastig als consumenten moeilijk het verschillen in duurzaamheid en kwaliteit kunnen zien bij hun aankopen, en dus denken goedkoop uit te zijn met de prijsknallers. Aan de andere kant kan het gevaar van imagoschade als misstanden zoals kinderarbeid in de media komen kledingmerken en winkels ertoe stimuleren om de grootste misstanden te voorkomen.

Consumenten zijn verantwoordelijk voor wat ze kopen, maar zitten vaak met een krappe beurs en beperkte informatie en worden via sociale druk gestimuleerd om met de mode mee te gaan en kleding dus kort te dragen. Er zijn zeker consumenten die tweedehands kleding kopen, letten op de kwaliteit en proberen te voorkomen dat ze kleding kopen die niet duurzaam geproduceerd is. Maar zolang de meeste consumenten hier niet op letten en informatie te moeilijk beschikbaar is, wordt het probleem onvoldoende opgelost.

Uiteindelijk bepaalt de dynamiek van de markt in hoeverre kleding echt duurzamer wordt. De overheid heeft voor de organisatie van markten een primaire verantwoordelijkheid. Als de overheid de regelgeving zo maakt dat externe kosten en kwaliteitsverschillen op zijn minst zichtbaar worden, is er al een stap gezet. Een volgende stap is regelgeving die het ontstaan van de grootste externe kosten onmogelijk maakt. Ten slotte kan het zinvol zijn om de externe kosten toch in de prijs tot uiting te laten komen, bijvoorbeeld door een belasting te heffen die gelijk is aan die externe kosten.

Concluderend is het toewijzen van verantwoordelijkheden een complexe zaak en heeft het afvalprobleem van kleding dat in het programma De Prijsknaller werd besproken vooral met andere ketenpartijen te maken dan de kledingproducenten. De kledingproducenten zijn vooral verantwoordelijk voor duurzame en verantwoorde productie van de kleding. Bij een vrije markt zal dat echter slechts in beperkte mate gebeuren op vrijwillige basis. Daarom is het belangrijk dat alle kosten die nu niet door de consument betaald worden in de prijs van de kleding terecht gaan komen. Daar kan de mate van recyclebaarheid en de schadelijkheid als afval bij horen. Daar is een overheid voor nodig. Daarnaast is het van belang dat de consument zich beter bewust wordt van de korte levensduur van sommige goedkope kleding en de schade die de afvalverwerking geeft. Het gaat immers uiteindelijk om de totale kosten per keer dat de kleding wordt gebruikt.

 

Literatuur

Impact Institute (2019). The True Price of Jeans. https://trueprice.org/wp-content/uploads/2019/06/Impact-Institute-Report-True-Price-of-Jeans.pdf

G.J. van de Vreede, M.N. Sevenster (2010). Milieuanalyses textiel: Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid, CE Delft, https://ce.nl/publicaties/milieuanalyses-textiel-lifecycle-environmental-impact-assessment-of-textiles/

Avalex (2022). Textiel. https://www.avalex.nl/textiel/, geraadpleegd op 21-2-2022